Notities onderweg in Iran: Fred Magré over het vreemde en vertrouwde


 In 1991 publiceerde de diplomaat/schrijver F. Springer, pseudoniem van Carel Jan Schneider, (1932-2011) de roman Teheran, een zwanezang. De roman behelsde een verwerking van de grote omwenteling in Iran in 1978 in fictie - een gebeurtenis waar Schneider in die periode met zijn neus bovenop zat. De westers georiënteerde Sjah werd verdreven, waarna onder Khomeini de Islamitische Republiek werd gegrondvest. Ruim veertig jaar later reisde Fred Magré door Iran en maakte hij aantekeningen over wat hij zag en wat hem opviel. 

Magré, een historicus met vooral aandacht voor de Eerste Wereldoorlog, maakt zijn reis in april/mei 2019 met duidelijk plezier. Hij gaat op in het andere van de wereld en zoekt duidelijk contact. Zijn uitgewerkte schetsen voor Bühne gaan over een ervaring met een taxi chauffeur - die te laat komt waardoor hij een evenement mist, later zal de chauffeur keurig in pak gestoken zijn excuus aanbieden - over de schoonheid van Esfahan en de vrouwen daar - toegankelijk én onaanraakbaar tegelijkertijd - over modern leven van jonge vrouwen en traditionele stromingen naast elkaar. Het zal niet verbazen wanneer het de lezer opvalt dat de Iraanse samenleving véél genuanceerder in elkaar zit dan we in het westen geneigd zijn om te denken. Dat is meteen ook de verdienste van de aantekeningen: niet alleen wij denken in cliché's - er zit bijvoorbeeld wel degelijk speelruimte in normen voor het dragen van een hoofddoek - ook zij denken bij Holland aan Wiet, de Wallen en Ajax... (MdB)

Het sprookjesachtige verre oosten, en soms toch verrassend modern...