Wat overblijft - door Pieter Sparre


Tot nu toe publiceerde Pieter Sparre, (pseudoniem), drie romans: Gevangen, De troost van een lichaam en Onderhuids. Voor Sparre, in zijn beroepsleven onderwijskundige met als achtergrond een studie scheikunde en een langjarig docentschap, leveren intermenselijke relaties - met name het onvermogen de ander volledig te doorgronden - belangrijke thema's op. Het fragment uit de roman in wording Wat overblijft herinnert aan de auteur F. Springer (o.m. Bandung Bandung - Kandy, een terugtocht ) - voor wie een reünie een geliefd onderwerp van mijmering vormde, een reden om een en ander aan dynamiek verder uit te bouwen. 

De ik-figuur in 'Wat overblijft,' een zeventiger, gaat met een goede collega-vriend op weg naar zijn geboorteplaats Terneuzen, waar zich anderen bij het gezelschap zullen voegen. De aanleiding hiervoor is de gemeenschappelijke vriendin Johanna, intussen emeritus hoogleraar aan de universiteit van Leuven, die een onderscheiding zal ontvangen vanwege bijzondere wetenschappelijke verdiensten. Twintig jaar geleden zag de verteller van het relaas Johanna, met wie hij een gemeenschappelijke achtergrond deelt, voor het laatst. Waarom was het ooit uitgegaan? Hoe zal de ontmoeting straks zijn? Het leven is in de afgelopen twintig jaar drastisch veranderd - wat is er van vroeger over?

Sparre weet voldoende spanning op te bouwen om de lezer nieuwsgierig te maken naar een vervolg! Voor het najaarsnummer van Bühne. (MdB)

Een pontje in Zeeland