Pablo Neruda: Ode aan de wijn


Vorig jaar verscheen van Hans Dütting een biografie van Pablo Neruda. Dütting is een productieve auteur die kan putten uit een veelvoud van door hem vertaalde gedichten. In het najaarsnummer wordt deel II van zijn Tango-miniaturen gepubliceerd, een reeks vertaalde tangoliederen en - fragmenten waaruit zijn voorliefde spreekt voor het Romantische, Lyrische. De Nobelprijswinnaar literatuur Neruda (1904-1973) was met veel van zijn gedichten een verleider bij uitstek. In het hierna volgende daarom zijn gedicht Ode aan de wijn, in een vertaling van Hans Dütting:

Ode aan de wijn

Wijn kleur van de dag,                                                       
wijn kleur van de nacht
wijn met voeten van purper
of bloed van topaas,
wijn,
sterrenhemel zoon,
van de aarde,
wijn, glas
als een zwaard van goud,
zoet
als een gegolfd fluweel,
wijn in de vorm van een schelp
en hangend,
verliefd,
van de zee,
nooit werd je behouden in een glas,
in een lied,
in een man,
je bent koor en gezellig,
tenminste wederzijds.

Soms
voed je je met dodelijke
herinneringen
op jouw golf
wij gaan van graf naar graf,
marmer van een ijskoud graf,
en wij rouwen
met vergankelijke tranen,
maar
jouw mooie kostuum van lente
is anders,
het hart stijgt in de takken.
de wind beroert de dag,
niets blijft
in de borst van je onbeweeglijke ziel.
De wijn
beweegt de lente,
groeit als een plant van vreugde,
de muren vallen,
de rotsen,
de afgronden sluiten zich,
geboren het zingen.
O jij, wijnkruik, in de wildernis
met het zeer zachte waarvan ik houd
zei de oude dichter.
Dat de wijnkruik
het gewicht van de wijn een kus toevoegt.
Mijn liefste, plotseling is
jouw heup
de gebogen lijn vol
van de beker,
jouw borst is de tros,
het licht van de alcohol jouw haar,
de pitten van de druif de punt van je borsten,
jouw navel een zuivere zegel
van onblusbare wijn,
de helderheid die valt op mijn zintuigen,

Maar je ben niet, alleen
liefde
brandende kus,
wijn van leven,
je bent bovendien
vriendschap tussen mensen, doorzichtig,
koor van discipline,
overvloed van bloemen.
Ik hou, op een tafel,
als men praat,
van het licht van een fles
intelligente wijn.
Als men drinkt,
herinnert aan iedere
druppel van goud,
dat de herfst heeft gewerkt,
of beker van topaas
of paarse lepel,
tot aan het vullen van de wijnpannen,
en de duistere man leert
in de ceremonie van zijn zaken,
zich de aarde zijn plicht te herinneren,
te verspreiden het hooglied van het fruit.


Hans Dütting