Monument voor Hermine de Graaf door Reindert Brongers

Hermine de Graaf bij de uitreiking van de F. Bordewijkprijs in 1988


Hermine de Graaf, (1951-2013), schoot na haar debuut in 1984 met de verhalenbundel Een kaart niet het gebied als een komeet door letterenland. De bundel, die alom goed was ontvangen, werd bekroond met de Geertjanlubberhuizenprijs. De twee bundels die daarop volgden, De zeevlam (1985) en Aanklacht tegen onbekend uit 1987, verankerden haar naam stevig tussen de gevestigde auteurs in die dagen. Ze ontving voor  Aanklacht tegen onbekend  in 1988 de F. Bordewijkprijs. Bovendien werd de bundel genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. In een boeiend essay vraagt de journalist/auteur Reindert Brongers zich af hoe het toch kwam dat ze later weer naar de achtergrond verschoof en in de huidige tijd niet meer, of nog hoogstzelden wordt genoemd. Lezerspubliek lijkt haar uit een soort collectief literatuurgeheugen te hebben gewist. Onterecht, stelt Brongers, die in zijn essay over haar leven en werk in eerste instantie een lans wil breken voor De Graaf, die het verdient om gelezen te worden.

Hermine de Graaf, portret 1997 door Trudy Kramer - in de schrijversgalerij van het literatuurmuseum

Brongers noemt een aantal redenen die er mogelijkerwijs voor zorgden dat ze als het ware uitdoofde. Ze was eigenzinnig, voert hij aan. Ze wilde niet meedoen in het literaire circus van schrijversoptredens, ze was sterk literair inhoudelijk gericht, koesterde daarbij het eenvoudige leven buiten de Amsterdamse grachtengordel. Eigenzinnig was ze ook volgens Brongers omdat ze zich niet wilde laten labelen als 'vrouwelijke auteur' in de reeks van toen populaire andere vrouwelijke schrijfsters, en ook niet binnen een bepaald genre. Ze paste bij eenlingen in de literatuur zoals Josepha Mendels en A. Alberts. Maar ook had ze een oogziekte, die haar min of meer noodzaakte een wat meer teruggetrokken bestaan te leiden.

Dan is er nog de factor botte pech. Een haar dierbare redacteur bij uitgeverij Meulenhoff overleed, het lijkt niet echt gematcht te hebben met de vervanger Wil Hansen, bij wie Brongers navraag doet. Hansen weet zich nog weinig van Hermine de Graaf te herinneren en dit is veelzeggend. Ze stapte over naar uitgeverij De Geus, binnengehaald door toenmalig uitgever Nederlandse literatuur en non-fictie Reinjan Mulder. Ad van den Kieboom werd in 2002 haar redacteur maar hier vielen boekplannen in duigen. Brongers deed uitvoerig research en navraag voor zijn essay. Er valt uit de reactie van Van den Kieboom op te maken dat Hermine de Graaf niet goed wist welke koers ze zou varen.


Bovenal lijkt ze na haar drie succesvolle verhalenbundels hard door de kritiek te zijn aangepakt. Ze leed dus aan 'debutantensucces' - verwachtingen die men heeft en die moeilijk overtroffen kunnen worden. Het stuk van Brongers nodigt uit om Hermine de Graaf weer ter hand te nemen en haar terug te zetten naar de plaats in het canon van de Nederlandse letteren die zij verdient.  Een literair historisch interessant en gedegen essay leverde Brongers voor het voorjaarsnummer. (MdB)



Hermine de Graaf werd helaas maar 62 jaar oud. Ze overleed aan de gevolgen van kanker