Eric Klarenbeek: een writersblock en grondeloze gronden



De ijdelheid van Harry Mulisch was legendarisch: er bestaat een anekdote dat hij zich als beginnend auteur in het Amsterdamse café Americain om liet roepen om de aandacht op zich te vestigen: 'telefoon voor de heer Mulisch'. Laat nooit merken dat er niemand op je wacht is de boodschap die daarachter ligt.

In het verhaal Grondeloze gronden van de theoloog en docent aan een MBO Eric Klarenbeek gaat het nu juist wél om zo'n persoon, een eens zeer beloftevolle schrijver, op wie niemand meer wacht. Tien jaar geleden publiceerde hij een bestseller, maar de verwachte doorbraak bleef uit. Uit frustratie legde hij de pen neer, waardoor de inkt opdroogde:

'Hoelang was het alweer geleden, dat hij een boek had geschreven? Ach kom, dat wist hij best. Het was op een maand na tien jaar geleden. Een doorslaand succes was het geweest. Ook toen was het gevolgd door signeersessie, optreden in talkshows, recensies en een spanning of de nominatie voor de AKO dan wel de Libris-literatuurprijs eindelijk een keer werkelijk een prijs zou opleveren'.

Pijnlijk voor hem is dat hij niet meer geloofwaardig wordt gevonden: hij wordt niet meer gebeld en als hijzelf belt krijgt hij niemand meer te spreken. Met de nodige inspanning begeeft hij zich dan ook naar het jaarlijkse boekenbal. Er opent zich een afgrond als hij onderwerp van spot wordt voor "de grote meester". Het lukt Klarenbeek om gevoelens over te brengen die iedereen die schrijft en publiceert wel kent: "hoor ik er wel bij?" Voor het komende nummer van Bühne. (MdB)

Het jaarlijkse boekenbal: zien en gezien worden