Hans Dütting: deel II over de tango in het najaarsnummer



Hans Dütting is én een bijzonder productief schrijver met een lange staat van dienst - onder meer bij het Haagse Letterkundig museum - én een bourgondische levensgenieter die graag mag kijken - en schrijven - over het vrouwelijke schoon. Zijn in juni van dit jaar verschenen boek heeft de titel Een voortdurend leven van pantalons en rokken en omvat memoires van de auteur zelf.

Dit jaar kwam Dütting in het voorjaarsnummer met een reeks miniaturen over de tango. In het komende nummer het tweede deel. Hiervoor vertaalde hij uit het Spaans veel tangoteksten van de Argentijnse tango-crooner bij uitstek: Carlos Gardel (1890-1935).

'De tango is geboren uit de ontmoeting van Argentijnse creolen en immigranten, zoals Italianen, samengekomen tijdens de populaire dansfeesten. In deze smeltkroes is het universum van de tango geboren, bestaande uit een dans, muziek en een nieuwe literatuur, in een complexe populaire creatie. De eerste teksten van 'milonga' (Argentijnse liederen) of de tango die wij kennen, stammen uit de laatste jaren van de omgeving waarin zij werden gezongen: de bordelen.' 

Aldus Dütting in zijn inleiding. Uit alles in de door Dütting vertaalde tango-teksten spreekt vervoering...zinnelijkheid...op de grens van poëzie. Een mooie bijdrage! (MdB)


"Was zij een vrouw, Malena, of een rietstengel? Voor hem was zij een schoonheid, maar zij danste als een beest en maakte hem gek. Hij vroeg zich af of zij zijn schaduw was en hem altijd volgde of ze wilde of niet. Maar Malena werd zo geboren, om de tango te dansen. En ze hield ervan, ze hield van dansen."




Het recent verschenen boek van Hans Dütting