Dichten over tijd en vergankelijkheid: Tine Hertmans en Frank Heine
tijd
in het timbre van de dagen
die vervlakken en vervagen
op het ritme van de tijd
dans de salsa, heb geen spijt
van het niet geleefde leven
we zijn hier allen maar voor even
op dit kosmisch punt aanbeland
op de blauwe planeet gestrand
met een universeel gegeven
gewond of niet, verder leven
met een ticket zonder retour
ligt ons sterven op de loer
bij het vallen worden we opgeraapt
als dode bladeren bijeen geschraapt
onze laatste adem verspild
ons zwijgen voor eeuwig verstild
Zo op het oog hebben Tine Hertmans en Frank Heine niet veel overeenkomsten. Heine is bijvoorbeeld geen dichter pur sang: van hem verschenen onder meer de romans Hemelzangen en recent nog Gat in de golven. Proza en poëzie liggen echter bij sommige auteurs minder ver uit elkaar dan men soms kan denken: Heine heeft iets met taal en beeld - in zijn schrijven een poëtische inslag ook. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er bij hem gedichten onstaan. Ook hierin zijn tijd en vergankelijkheid thema's die hem bezighouden. Zoals in het gedicht 'Ouderdom' - eveneens gepubliceerd in het voorjaarsnummer:
Ouderdom
Voor mijn broer
Ik droomde dat het vroeger was
jong, onschuldig, ongeschonden,
mijn broer en ik, zo klein, we stonden
tot onze knieën in het hoge gras.
Intens gelukkig van een duin gegleden
waarna je in de wolken las
dat het een warme zeewindzomer was
van haast een mensenleven lang geleden.
Ontwaakt is het weer gewoon vandaag,
waar zou je het eigenlijk nog voor doen
gedeprimeerd met zorgproblemen.
Het opstaan gaat oneindig traag
mijn broer gaat weldra met pensioen
en ik moet zo mijn pillen nemen.
Lezen van gedichten is ook: lezen wat er - niet - staat. Bij Heine kan de ironie ons niet ontgaan en bij Hertmans de weemoed niet. Maar ook bij Hertmans klinkt positiviteit door. Omgaan met tijd en vergankelijkheid is immers de onvermijdelijke constante in ons bestaan. (MdB)