De wraak van Thomas Bernhard op Oostenrijk

Thomas Bernhard


Het is altijd mooi wanneer door Bühne een auteur naar voren wordt gehaald die in de vergetelheid dreigt te raken. In de jaren '80 had bijna iedere student wel iets gelezen van Thomas Bernhard, (1931-1989), of in ieder geval van hem gehoord. Zijn nihilisme was in die individualistische periode in de mode en in ieder geval was hij goed voor een rel.



Aanleiding voor Reinold Widemann om een essay te wijden aan Thomas Bernhard, die hij duidelijk bewondert, is de grafschennis die plaatsvond op 12 februari 2014 op het Grinzinger Friedhof bij Wenen. Vijfentwintig jaar na de dood van Bernhard verwijderde een onverlaat de grafplaat. Maar Bernhard had zich niet bepaald geliefd gemaakt in Oostenrijk, aldus Widemann, het land dat hij vervloekte door testamentair te bepalen dat zijn toneelstukken daar 50 jaar lang na zijn overlijden niet mochten worden opgevoerd.

Zou de jeugd bepalend geweest zijn voor het zwarte wereldbeeld van Bernhard en voor zijn haatverhouding met Oostenrijk, het land waar hij toch het grootste deel van zijn leven bleef wonen? Geboren in 1931 was hij zeven jaar oud toen in 1938 de Anschluss van Oostenrijk met Hitler Duitsland zich voltrok. Hij zat toen, als zoon van een ongehuwde moeder, in een internaat in Salzburg. Als jongen van veertien maakte hij in 1945 mee dat Oostenrijk het naziverleden meteen weer toedekte...hij ging in de leer bij een kruidenier en vanuit die lastige start ontwikkelde hij zich tot een vrij succesvol auteur.

Widemann speculeert over de dader(s) van de grafschennis, maar meer nog heeft hij een boeiend essay geleverd over een auteur die onze aandacht verdient. (MdB)