Mei 1968 Parijs vanuit een ooggetuigenverslag


Geschiedenis, als reconstructie en duiding achteraf, is gelaagd. Bijzonder van ooggetuigenverslagen is dat een of andere mijlpaal in de geschiedenis meestal achteraf als zodanig is geduid - bij degenen die de gebeurtenis van nabij meemaakten, leefde dat besef nog niet.

Mei 1968 is de geschiedenis ingegaan als hét revolutiejaar, het jaar van de studentenrevolte en de opstand der horden. Hélène Jolles was erbij in Parijs, maar dan vanuit het perspectief van iemand die het leven zo goed en kwaad als het ging probeerde voort te zetten. Zoals haar verslag van die maand leest - ingeleverd voor het najaarsnummer van Bühne, werd ze er in wezen door overvallen.

Als tweeëntwintigjarige Neerlandica, nét getrouwd, trok ze met haar kersverse echtgenoot naar Parijs. Ze bewoonden een piepklein appartementje in het 6e arondissement, vlakbij Montparnasse. Een douche werd provisorisch gemaakt van een wasbak en een doucheslang aan de keukenkraan. Er moest hard gewerkt worden: Hélène maakte dagen van 9 uur bij een electriciteitsbedrijf met een reistijd van tweeënhalf uur per dag. En toen brak de revolte uit...


"Het ging heel snel. Binnen een mum van tijd staakte bijna iedereen. Er waren geen treinen meer, geen metro's, geen bussen, geen benzine, geen posterijen, geen vrachtvervoer, geen kranten, weinig elektriciteit, en de studenten gooiden de universiteiten en de straten kapot." Het was dus ook weer niet zo dat "iedereen" zich door de gebeurtenissen mee liet zuigen. Een mooi verslag. (MdB)


Hélène Jolles, (1945) woonde en werkte 15 jaar in Frankrijk, onder meer als vertaalster.